Wachters van stilte

Een bunker; een middel tegen de zeespiegelstijging; een beschermende Noordzee-kering; een torenwachter misschien? Midden in het IJsselmeer, op een halfuurtje varen vanaf Lelystad, ligt een stuk nieuwland. De Markerwadden is een uitgestrekt gebied dat door samenspel van natuur en mensenhanden een vogelreservaat met wilde flora werd. Duurzame gebouwen, een enkel vakantiehuis en een restaurant zoals je dat midden in de natuur zou willen, ademen een atmosfeer van heden, verleden en toekomst. 

Het verblijf op deze plek inspireert, motiveert en brengt nieuwe inzichten die ik niet voor mogelijk had gehouden. Een aanrader voor ieder die inspiratie zoekt, kunstenaar of politicus, docent, ondernemer… of jij die even een andere horizon verdient. Dit lijkt een reclametekst maar integendeel. De verleiding van reclame is vaak gericht op impuls-aankopen, het stillen van een verlangens. De Markerwadden is het tegendeel van zo’n gladde verleider. Het heeft mij meer gegeven dan het stillen van verlangens: een verwaaid hoofd waar weer lege ruimte is ontstaan en van alles kan indalen. En bovendien… een warm hart om nieuwe uitdagingen aan te gaan. 

Zoals spannende verhalen paren aan bijzondere inzichten en dan die verdere vraagstelling wat aanzet tot nadenken, dat is wat ik me bij mijn nieuwe filosofisch getinte roman voorstel. Heerlijk dat de natuur mij dat kan bieden. Heerlijk dat het inzicht in de werking van de natuur mij inspiratie biedt, zonder drank of drug. Kijkend in de kijkdoos van het leven en zien dat de stroom van het leven gaat zoals die gaat, wisselen verwondering en verbijstering elkaar af. De stroom van het leven beukt tegen de klippen op en soms is er geen houden meer aan, getuige de vele natuurrampen en de vele doden. Wat kun je doen? Geven? Bidden? Klagen? Zorgen uiten? Op zo’n moment is stilte gepast, stilte in je geest en stilte in je hart waardoor smart ruimbaan krijgt, verbindt en mededogen de plaats inneemt van medelijden en meewarigheid. Zoals Judith Herzberg ooit schreef: wij kennen elkaar want we hebben samen gezwegen.In deze tijd van politieke roeptoeters zou het hen sieren bij de aankomende verkiezingen zich contemplatiever op te stellen. Zoals Caroline van der Plas (BBB wat niet mijn partij is) onlangs terecht ageerde tegen de verruwende polarisatie in het debat. Het wordt tijd om bij inhoudelijke vernieuwing, in volledig respect voor de ander, elkaar een spiegel voor te houden en elkaar te inspireren. De kunst van de ontspannen reactie, terughoudendheid en respectvolle luistervaardigheid zijn daarbij eigenschappen die vele politici kunnen gebruiken. Wellicht dat de Markerwadden hen dit na Prinsjesdag en in aanloop naar de roerige novembermaand kan bijbrengen.

Oer

Je gelooft ’t nooit, ‘Oer’ is voor mij synoniem voor Steenwijk: het oer in de bodem; het oranje ijzerhoudende water en het vierhonderdjarig ontzet van D’olde veste (Steenwijk). Het is voor mij ‘t uitgangspunt is geweest voor een cirkelbeweging waaronder de viering van ’t onze in 1981 (maar daarover later meer). Mijn perspectief heeft de vorm van een cirkel en omvat het verleden uit het jaar 1139 tot anno nu. Sinds kort verhuisde ik weer. Na Steenwijk 1991-1998, Eemster, Dwingeloo en Beilen nu wederom weer in Steenwijk. Een nomad-trail of een pelgrimstocht? Komend uit ‘het westen’ en inmiddels al meer dan drie decennia wonend in ‘het oosten’ betekent het voor velen nog altijd dat ik import ben en bovendien als nomade bestempeld word. Een nomade die recht doet aan een cirkelgang is een vinder en geen wachter. Een nomade is een persoon die in beweging blijft en daar herken ik mijzelf in.

Vanuit een horizontaal perspectief kun je ver kijken, over het gras van je buurman, naar de horizon, langs de bosrand of zelfs tot het ijle raken van water en lucht. Dat lijkt bereikbaar en zo van de wereld, zelfs op afstand lijkt ‘t toch aanraakbaar. 
Vanuit een verticaal perspectief wordt een beeld gevangen dat zich tussen wolkenpracht en aarde bevindt, dat lijkt dichterbij dan het werkelijk is. Vanuit een vliegtuig, een hoge toren, heteluchtballon of via een drone bezie je de wereld van bovenaf. Je ziet waar iedereen vandaan komt en waar men naartoe gaat. Het is alsof je een treintafel bestiert, alsof je de bosmieren hun weg ziet gaan en jij alles kan overzien. Het tekent zich onder jou af als een levend schetsboek. Een schetsboek dat buiten onze werkelijkheid staat?

In Steenwijk beleefde ik anno jaren negentig het oranje ijs van de Steenwijker-AA. Het oer liet zich gelden als een bevroren basistoon in een octaaf. In 1846 (honderd jaar voor mijn geboortedag) schreef Ds. Van Schaick, ’what’s in the name’, in de Drentse Volksalmanak een artikel over de Hervormde kerk van Dwingeloo – hoe is dat mogelijk. In datzelfde Dwingeloo leefde ik met die heilige ‘ui’, die ik zag verworden tot ‘landmark’. In Beilen herleefde ik de verbrande resten in het fundament van de Stephanus alsof gisteren het ambacht teniet was gedaan. En vanuit dat gegeven zie ik nu de Clemenskerk in Steenwijk fier en groots staan, een resultaat door afdracht van Beiler valkenpacht. Hoe kan het zijn: Steenwijk verbonden met Beilen. Verbindingen die ik meemaak, die niet vanzelfsprekend zijn, wellicht toeval heten voor passanten en voor mij zich manifesteren als haltes van mijn levenswiel.
Uit een horizontaal point-of-view ben ik in de loop van de tijd naar een verticaal point-of-view gegaan hetgeen je in mijn klank kunt horen, in mijn teksten kunt lezen en tussen de regels kun je de tocht waarnemen die ik aflegde: van Steenwijk naar Dwingeloo, van Dwingeloo naar Beilen en van Beilen opnieuw naar Steenwijk; van horizontaal naar verticaal. Van grondverzet, wortels, paalboren en paardenmest, naar de hoogten van wolkenluchten, boomkronen en de torenspits. Een hernieuwd point-of-view, een verticale blik, een hernieuwde ‘blikwisseling’ zoals Robert Dijkgraaf zou zeggen. Of is dat de ‘Oer-beweging’ die we allemaal meemaken? Ook in het schrijven van romans, buiten de werkelijkheid oftewel fictie, is het point-of-view van elementair belang. De lezer of waarnemer zal pas helderheid ervaren zodra het perspectief klaar en duidelijk is. Is het de auctoriale verteller die, vanuit een verticaal perspectief, het verhaal toelicht, inleeft en grotendeels vertelt? Of zijn het de dialogen die hoofdzakelijk van een horizontaal perspectief uitgaan.
Of het nu vanuit horizontaal of verticaal perspectief beschreven is, het dichtbij en persoonsgebonden point-of-view betekent nog altijd de aanzet tot inleving en leesflow. De cirkelgang die ik volg, maakt mij bewust  dat samensmelting van historische herinnering en toekomstperspectief, gouden momenten opleveren die als waardevolle ervaringen in tekst kunnen worden omgezet.

De Brains-Kliko

Inspiratie is het mooiste wat je kunt overkomen. De betekenis van het woord ‘inspiratie’ komt van het Latijnse woord ‘in spirare’, dat letterlijk ‘inademen’ of ‘inblazen’ betekent. Dat wil zeggen dat de ziel of de geest ingeblazen wordt, ‘de geest krijgen’ zeggen we ook wel. Van Dale geeft als betekenis het woord ‘bezieling’. Ook is het woord ‘spiritus’ erin te herkennen. Spiritus vertaalt als geest of ziel. In het kader van mijn schrijversintuïtie en inspiratie wil ik graag aandacht schenken aan de Kliko… de Kliko? Ja, inderdaad de afvalcontainer die jij wekelijks op het trottoir voor je huis zet. Of die nu grijs, groen, blauw of oranje is, dat maakt niet uit. Meer dan mogelijk stampen we ons afval daarin en àls we eraan denken, dan zetten we ‘m aan de stoeprand en wordt de Kliko geleegd. Sorry voor de metafoor, deze afvalcontainer staat ten dienste van ons hoofd, onze hersenpan… en daar wilde ik het graag met je over hebben! Ik herken het vaak al van verre. ik zie het aan de schouders…  zeg maar aan de lichaamstaal van mensen. Ik denk dan letterlijk ‘de Kliko’ moet weer worden gevuld, zodat die mens schoon in het hoofd wordt, in de leegte en in de stilte kan komen.

Veel, heel veel stampen we namelijk in ons hoofd, jij en ik ook, dat is zichtbaar. Alle gesprekken van de dag, alle moetjes en doenerijen, alle misvattingen en versprekingen, alle uitspattingen en vervelingen, alle aanvallen, verdedigingen, argumentaties en weerleggingen bevolken ons brein. Ons hoofd zit er boordevol mee. Hoe kan het toch zijn dat we in zo’n gesteldheid blijven hopen op inspiratie, op het gouden idee? Hoe kan het toch zijn dat we denken dat er ruimte is om ‘de geest’ te krijgen, een idee op te doen, een innoverende gedachte te krijgen? Hoe kunnen wij toch zo lichtvaardig denken dat het allemaal wel lukt? Let op, het geldt niet alleen voor jou, maar ook voor mij. De huidige maatschappij biedt ons weinig ruimte om even stil te staan. Oké, eenmaal per jaar misschien… 2 minuten stil… Nee, ons leven is aan snelheid gebonden, multitasken is tot credo verworden, tijd is geld en geld bepaalt de economie, de welvaart en ons welzijn… denken we…
Zoals ik in het begin al met de functie van de Kliko probeerde duidelijk te maken is de ‘Stilte’ een waardevol instrument in ons functioneren; en zeker voor onze inspiratie. Het is kostbaarder dan een salarisverhoging in geld. Om de ‘Stilte’ te kunnen toelaten, zijn een paar voorwaarden nodig, een paar ‘moetjes’. 
– Je dient kennis van ‘Stilte’ te hebben. (vertrouwen)
– Je dient de ervaring op te doen hoe het in jouw systeem werkt. (toewijding)
– Je dient er eenzelfde waarde aan te geven als jouw inzet bij je werk. (overgave)

Om inspiratie toe te laten is stil-zijn een goede methode. Om ‘dè Stilte’ te ontmoeten is ruimte creëren noodzakelijk. Dat zijn twee verschillende dingen. Stil-zijn of de ‘Stilte’ ontmoeten. Dat mogen we niet verwarren met elkaar.

– Je kunt vanbuiten stil-zijn: de natuur ingaan, schone en harmonieuze dingen gaan zien, fijne muziek te horen, heerlijke dingen proeven etc.

– Je kunt ook vanbinnen de Stilte zoeken. Iedereen heeft z’n eigen bioritme, z’n eigen regelmaat, z’n eigen klank, noem het z’n eigen trilling. ‘De Stilte’ zoeken betekent ook afstemmen op de juiste frequentie en ‘de geest krijgen’.

Herken je iets hierin? Een handeling of activiteit waardoor jouw hoofd leegkomt en jouw overtollige gedachten zomaar in de Kliko terecht komt, zodat je geest de ruimte krijgt om nieuwe ideeën en inspiratie te ontvangen? Door dergelijke ‘Toewijding’  van de handeling of activiteit, kunnen we komen tot de absolute ‘Overgave’: van geestvermogend denken,  naar de lege ruimte. Zo komen we in de ontvangende ‘Stilte’ en kunnen inspiratie toelaten. Dit alles dankzij de Kliko.

Drijfzand

Rennen over drijfzand is een techniek die je moet beheersen. Het lijkt op free-running net als schrijven van romans. Ik moet als auteur mijn mogelijkheden kennen en onbevangen zijn voor commentaar van buitenaf. De werkelijkheid zuigt en trekt aan mijn benen als gretig nat zand, het wil me onderdompelen in het labyrint van gedachten, tijd-slots en conventies terwijl ik voortgestuwd word door het verhaal.
Het neemt mij mee in overweldiging, als mijn denkgeest in de ban is van structuren, perspectiefwisselingen en Erlebte-dialogen. Totdat ik aan het einde van die januari-dag anno 2022 vergenoegzaam de tekst van die dag afsloot en plotseling werd geconfronteerd met ChatGPT en Dall-E2, de wonderen van Artificial Intellegence. Programmas die een stuk tekst of een beeld op een eenvoudige of ingewikkelde vraag voorschotelen alsof het rennen is voor een Coopertest. Is het afwijzen of omarmen van dergelijke technieken? Het onderwijs worstelt, vakbroeders discussiëren, media zien oplossingen en de reclamewereld juicht.

Een belangrijke note van ChatGPT is essentieel: “Graag feed-back om het programma te leren beter te worden.” Dit impliceert dat zelfs een dergelijk mechanisme de autoriteit van de creatieve menselijke geest accepteert en honoreert. Het afstand nemen van mechanisatie op het gebied van taal is vergelijkbaar met de verschillen in toegepaste kunst en autonome kunsten. Toegepaste kunst dat zich conformeert aan bandbreedtes waarbinnen de kunstenaar zich commercieel mag laten gaan, terwijl bij autonome kunsten de kijker, lezer of toehoorder zich door oorspronkelijke creativiteit kan laten verrassen door nog nooit eerder waargenomen uitingen. Hoewel het schrijven voor mij als auteur rennen door de modder is ben ik er toch van overtuigd dat de creatieve geest zich laat herkennen in oorspronkelijkheid en uniciteit.

Denken en doen

Nu het stof en rumoer door verkiezingscampagne is neergedaald en waarschijnlijk pasgeboren boeren-baby’s allemaal genderneutraal Carol genoemd gaan worden, lijkt het business-as-usual opnieuw aan z’n ouverture te beginnen hoewel het woord SAMEN steeds luider er doorheen klinkt. Zelfs nu het onuitroeibare beestje Covid-19, dat dezelfde lijfspreuk van SAMEN hanteert, weer welig tiert. Nu wil ik beide fenomenen niet met elkaar vergelijken echter wat zuivere lucht en een graadje minder betreft, liggen ze naast elkaar op het schap van departementale zorg. 
Het mag misschien toeval genoemd worden dat op datzelfde schap ook de termen waarheid en werkelijkheid te vinden zijn. In de vele praatprogramma’s zowel op TV als in podcasts is daar regelmatig naar verwezen. Waar ik ook zoek, ik kan op diezelfde plank het woord leugen niet terugvinden terwijl in de afgelopen jaren de werking hiervan zichtbaar was getuige de vele crises. Liegen gaat waarschijnlijk nergens mee SAMEN, de leugen staat op zichzelf, is geheel solitair.

De leugen als tegenhanger van de waarheid, heeft een doe-status. Hoewel een leugen ook zelfstandig kan zijn, is de doe-status voorwaarde voor het toepassen. In verband met de leugen zou het zeer op zijn plaats zijn te zeggen: ‘Ik doe liegen’ zoals in de Drechtsteden het woordje ‘doe’ te pas en te onpas wordt tussengevoegd. Het woord ‘doen’ duidt op een handeling en handelen is een keuze. Na het wikken en wegen om voor waarheid of onwaarheid, kan men tot de slotsom komen om te kiezen voor liegen. Een leugentje om bestwil om ons niet te schamen; om uit een moeilijke situatie te geraken; om ons beter voor te doen dan we zijn… 
Vaak wordt de leugen niet ingegeven door de emotie maar door het ego. Kunnen we de emotie dan vrijpleiten? Nee, maar ook ons invoelend vermogen kan soms medeplichtig zijn, omdat veelal de waarheid hard aankomt en wij mild willen zijn; zware woorden achterhouden; ziekte en ongemak verbergen of zoals het in de politiek vaak gaat… het electoraat niet willen verklungelen. 
Hoe vaak is de waarheid niet verholen. Hoe vaak hebben wij dat zelf gedaan? Dat begon al toen wij een vriendje of vriendinnetje hadden, een appel hadden gestolen of hadden gespiekt? We kennen het allemaal, zo’n leugentje. De keuze hiertoe, al is die in een fractie van een seconde overwogen, is ons altijd aan te rekenen. Het besef van de keuze om de waarheid te verhullen, daar gaat het om. Ook indien je bewust kiest om iets niet te vertellen – terwijl het wel gezegd had moeten worden – is m.i. een leugen. Want hier speelt de doe-status weer een rol. Je neemt bewust het besluit om uiteindelijk de waarheid voor je te houden terwijl het wel gezegd had moeten worden. Ook dat hoort thuis in het hoofdstuk ‘liegen’. 
Het bewustzijn speelt hierbij een grote rol. Onbewust een handeling verrichten is nauwelijks denkbaar als het om schamen, bestwil, statusverlies etc. gaat. Daar is altijd een overweging van eigen belang aan vooraf gegaan en is er een keuzemoment geweest om de waarheid en werkelijkheid te verbloemen. Die bewuste keuze om onwaarheden te vertellen of waarheden te verhullen tast de waarde aan van de persoon tot wie wij spreken. De waarde van die persoon – ofwel de waardigheid van deze mens in de kosmische verhouding – heeft door deze handeling altijd gevolgen. Binnen de kosmische wetten van oorzaak en gevolg heeft dat altijd verregaande consequenties. Het bewijs anno nu ligt er.

In de Advaita filosofie hanteert men de opvatting van de eenheid, van alles is een. Ik en jij zijn niet twee. Jij en die ander bestaan SAMEN; onlosmakelijk, zijn een, Niets zou voor iedereen van grotere waarde moeten zijn, te weten dat er geen verschil is tussen jou en mij. Jouw waardigheid wordt bepaald door de waarde die je aan de ander toekent. Zodra je de ander verguist, pest, beschimpt, grensoverschrijdend gedrag vertoont, doe je dit ook jezelf aan. Jouw waarde voor de ander vermindert drastisch en van enige menselijke waardigheid is geen sprake meer. Wanneer wij de waarde van de ander ondermijnen, ondermijnen we ook de waardigheid van onszelf. De leugen zie ik eveneens als grensoverschrijdend gedrag, en heeft een doe-status. Het betekent dat in de situatie van het ondermijnen van de waardigheid van de ander oftewel liegen, jouw daad niet alleen geadresseerd is aan die ander maar ook aan jezelf. En leugendaden zijn te allen tijde verifieerbaar, ze slaan op ons terug, ze zijn wederkerig. Behoudens de kosmische verbinding van SAMEN, van de ander aan onszelf en de aantasting van beider waardigheid door leugen, onwaarheid of grensoverschrijdend gedrag, komt daarbovenop nog eens de aardse aantasting. Het algemene, het lokale, het regionale, het landelijke en het mondiale of universele, kortom ons aller gemeenschappelijke waarde gooien we overboord. Zo kunnen we stellen dat de leugen, een meervoudige negatieve uitwerking heeft op de menselijke waardigheid: van onszelf, de ander en de algemene waardigheid; oftewel de waardigheid van het totale collectief. 
Ik hoop dat, gezien de uitslag van de verkiezingen, de neveligheid bij de overheid een behoorlijke optater krijgt, en het SAMEN, al is het maar tot de volgende verkiezingsronde, zal smaken naar meer. In mijn schrijvers-zielenstrijd zal het SAMEN zich beperken tot de verbinding van fictie en non-fictie en het daardoor voor jou zal smaken naar meer.

Foto door Anemone123 van Pixabay 

Witte Wieven

Nu wolken, wind en herfst hun witte wieven over ons draperen – zoals dat in Drenthe genoemd wordt – is het tijd voor introspectie en naar binnengaan. Die witte gedaanten kunnen fluisteren en mij met kilte omarmen. Haar sluiers liggen dan over het land en uitsluitend de ruggen van het vee zijn zichtbaar.
Graag wil ik dan het tipje van hun sluier oplichten om helder te kunnen zien. Het is een prachtige metafoor voor introspectie ook wanneer taal en kunst een vorm van arbeid is. Deze zomer liet het werk mij niet los en de aanzet tot een nieuwe filosofisch getinte roman vorderde gestaag. Creëren, ‘show-don’t tell’, bijschaven, ‘killing my darlings’, hergroeperen van hoofdstukken, ‘point-of-view’, auctoriale verteller, schrappen en heroverwegen zijn dan de piketpaaltjes en fases waar je als schrijver langsheen gaat. Introspectie is een volgende fase. Ik zet dan de laatste punt op papier en denk: “Zo is het wel genoeg, hiermee zal men het moeten doen”. Na dat moment lijkt het alsof een kind geboren wordt. In een verwachtingsvolle euforie zijn mijn ogen dan gericht op het moment dat de eerste kant en klare bladzijden uit de printer rollen en tot een manuscript gebonden worden. Het is de sluier die dan wordt gelicht en toegang verschaft voor anderen. Deze tussenfase is voor mij vol euforie en ook de moeilijkste fase. Ik weet dat er nog heel veel maanden correctie en herlezing liggen te wachten. Toch geef ik mijn boreling nu al in andere handen. Het is alsof ik met een kinderwagen buitenloop en tal van ervaren moeders in de kinderwagen kijken of het een mooie baby is. Terwijl je weet dat geen baby volmaakt kan zijn maar altijd jouw liefde heeft. Het zijn de meelezers die dan in de kinderwagen kijken, die dan met het manuscript aan de gang gaan. Zij tonen mij door hun reacties en opmerkingen of het mijn toevertrouwde plot, de karakters, de gekozen taal en gewrochte tekst ontvangen wordt zoals ze bedoeld is. Het rode potlood is voor hen dan leidend. Voor mij is het gespannen afwachten en geduld beoefenen.

Vaak komt dan de vraag bij anderen of ik hierna in het zwarte gat val of in het zalige nietsdoen. Dat is de atmosfeer waarin witte wieven zich tonen, maar ik niet. Zwarte gaten horen thuis in de kosmos en laat die daar maar zweven. Ik zal altijd schrijven terwijl in deze periode het schrijven geen doel heeft, het zijn slechts stukjes proza die aangereikt worden door het leven. In het leven van mij en in dat van anderen liggen de opmerkelijke, bijzondere, ervaringsvolle en verrassende situaties voor het oppakken die voor anderen een lichtpuntje kunnen zijn in deze donkere dagen. Juist die kleine stukjes tekst zorgen voor een juist afkanten van de sfeer waarin mijn nieuwe roman zich liet schrijven. Het zijn de kettingdraden, de franje aan het tapijt, die een manuscript zijn eigenheid geeft.

Foto MonicaP-Pixabay

Cloudbuster

Voor wie mijn roman Spinrag heeft gelezen, is onderstaande ervaring een ‘eyeopener’. Voor een auteur is de vakantie zoals voor iedereen een goede manier om inspiratie op te doen. Nieuwe karakters te leren kennen en situaties te ervaren die in het alledaagse leven nauwelijks voorkomen. Deze zomer ging ik naar het Zwitserse Davos. Ik wilde nog één keer in het gebergte boven de boomgrens over the edge gaan.

Ik heb daarvoor zo’n driekwart jaar getraind – hetgeen voor een boomer noodzakelijk is – en heb natuurlijk een uitstekende uitrusting meegenomen. Je kunt in Davos op heel veel manieren omhoog en het is raadzaam om opbouwend te klimmen. Ik begon met een wandeling naar de Schatzalp. Niet bijster opmerkelijk want Davos en z’n vroegere kuuroord voor tbc-patiënten bevond zich halverwege die Alp. Inmiddels is het kuuroord een groot en luxe hotel geworden met een volledig authentieke inrichting, al of niet gerestaureerd. Die plek trekt dus ook veel toeristen.
In mijn roman Spinrag gaat het om een speurtocht en een controversieel object dat regen kan maken. Een van de plaatsen van handeling is Davos. In de roman presenteert een groep mensen verenigd in The Secret Loge of Pervalida aan wereldleiders tijdens het World Economic Forum hun apparaat: de regenmaker.

Klimmend op de Schatzalp kom ik bij een prachtige bloementuin waar aan de rechterzijde van het pad een apparaat staat, gemaakt door Wilhelm Reich (1897 – 1957). Reich werd bekend als de regenmaker en ingerekend door de FBI omdat zijn vondst te bedreigend was. De zoon van Wilhelm Reich heeft er een boek over geschreven, getiteld A book of Dreams, isbn 9781786069627. Dit boek heeft Kate Bush weer geïnspireerd tot haar nummer Cloudbuster. Kate Bush heeft er ook een leuke clip van gemaakt voor haar song. Een aanrader om deze op Youtube nog eens te bekijken: https://www.youtube.com/watch?v=pllRW9wETzw.Wilhelm
Daar stond ik dan tegenover het apparaat van Reich en mijn bladzijde 80 uit Spinrag. Werkte dit echt, maakte het apparaat anno nu in Davos echt regen? Ik kon het jammer genoeg niet ervaren. Ik had prachtig weer. Wat ik wel ervaarde was een atmosfeer waarin bloemen en planten optimaal gedijen. Toeristen vertoeven graag op dat kleine plekje, toegeschreven aan Thomas Mann*, die ook daar de atmosfeer herkende en aan dit plekje zijn voorkeur gaf.

*Thomas Mann (1875 – 1955), kreeg de nobelprijs literatuur en is auteur van de roman De Toverberg, een verhaal wat zich afspeelt in het kuuroord in Davos

Vlaggetjesdag

Als de junimaand aanbreekt, dan weet iedereen het al: vlaggetjesdag. Er wordt dan veel gevlagd op schepen die de nieuwe haring binnenbrengen en een eerste vaatje wordt verkocht voor heel veel euro’s. Ook aan de vele gevels hangen rond die tijd rugzakken of eigentijdse lede- ren buidels aan de vlaggenstok De examens zijn dan weer voorbij. Teleurstelling en tranen zijn gedeeld en na hevige ontlading wordt veel gefeest. De belofte voor de toekomst met wellicht vele euro’s in ’t verschiet. Het is in die periode dat ik tijdens mijn werkzame leven vaak als surveillant ben ingezet bij examens. Surveilleren, het woord zegt het al, is bewaken. Minder militante woorden zijn monitoren, aanschouwen, oppassen, aanzien, bekijken, beschouwen, gadeslaan, observeren, toezien en waarnemen. Kortom, een mondvol voor momenten van stilte en concentratie. Nu moet je weten dat surveilleren een passieve taak is. Oké, ik moet alert zijn op onregelmatigheden en ongeregeldheden. Er rest mij niets anders te doen dan mijn ogen en oren te gebruiken.

Voor aanvang van het examen moeten eerst de tafels en stoelen ver genoeg uit elkaar en keurig in het gelid worden gezet zodat overzicht optimaal is.De leerlingen komen daarna opgewonden binnen. Tassen, rugzakken en buidels worden aan de voorzijde van de zaal achtergelaten, samen met het mobieltje. Mijn taak is op het juiste tijdstip de examenopgaven uit te delen en een oogje in ‘t zeil te houden. Daarna wordt het twee uur lang stil, muisstil. Zo stil dat je een speld. . . Als ik zo plaatsgebonden achter mijn tafel zit en rondkijk dan maak ik kleine aantekeningen, poëzie met homoniemen, metaforen en metoniemen die nauwe verwantschap hebben met de studenten die zweten, blokken en hun prestaties op papier zetten. Wanneer zij geconcentreerd aan het werk zijn, laat ik mijn hart en taalgevoel spreken en beschrijf in korte haiku-achtige krabbels, studenten die mij opvallen door hun zijn; hun gedrag, kleding, meegebrachte attributen of uiterlijk. Niet zoals men een persoon normaal karakteriseert. Nee, ik schrijf voor betrokkenen en derden geheel onherkenbare teksten. Door gebruik van verschillende taalkundige stijlfiguren is een examenkandidaat nooit te herleiden. Het is een geheimtaal die alleen ik spreek en herken.

Nu, na een aantal jaren ben ik de verbinding met veel leerlingen en zijn of haar metaforen kwijtgeraakt. Ze zijn uit mijn brein ontsnapt terwijl de schrijfsels blijven en ik ze als cryptokrabbels adresseer. Een voorbeeld is hier misschien op z’n plaats. Een potige student wordt door klasgenoten soms ‘beuk’ genoemd. Een pesterige en boute uitspraak dat eerder misschien als scheldwoord dan als compliment wordt gehanteerd. Verderfelijk, maar voor een karakterisering en vingerwijzing past het in dit proza: het is hopelijk een helder en te begrijpen voorbeeld.
Een ander voorbeeld: het woord plaat, dat kan van metaal zijn maar ook voor een afbeelding, een illustratie of een tekening staan. Zo ontstonden diverse taalkundige oprispingen die stuk voor stuk studenten karakteriseerden tijdens hun examen, hun toppunt van scherpte en alertheid, waardoor de kleine stukjes tekst en context opmerkelijke poëzie vormden. In de loop der jaren heb ik ruim drieduizend leerlingen op deze wijze zien passeren, zien blokken en hun studie met succes zien afronden. Ik maakte hen mee, ieder met hun uitzonderlijke kwaliteiten en natuurlijk ook hun eigenaardigheden, die ik liever zou verwoorden als hun eigen aardigheden. Het waren rijke ervaringen en ik ontwaarde op deze wijze een ongekende diversiteit van mensen; mooie levens, jonge levens, fragile levens, levenskrachtige levens, veerkrachtige levens, afwachtende levens en door tastende levens. Levens die mochten bouwen aan een toekomst vol perspectief. Om die sfeer van exameneuforie en toekomst vast te houden schreef ik deze stukjes poëzie. Onherkenbaar, ondenkbaar, ongrijpbaar en in volledige abstractie met de overtuiging en het gevoel van nabij zijn. Meerdere keren is mij gevraagd hiervan een bloemlezing te bundelen en ieder die het wenste naar die karakteriseringen te laten gissen. Lang heb ik geaarzeld omdat het intieme verbindingen zijn die, filosofisch gezien, nog steeds een rode draad vormen; een verbinding en frequentie tussen hen en mij.

Voor de lezer kan het dus zijn dat, ‘t zoeken naar begrip of begrijpen van deze tekstjes, er in het brein zoekplaatjes ontstaan, beelden die ronddolen in duisternis. Ik zie het als Groeilichten, geen literaire hoogstandjes maar een neerslag van intens kleine momenten, die bij elkaar gebracht een prachtig object van gezamenlijkheid vertegenwoordigt. Het waren doorvoelde momenten, flinters die nu tezamen als een antieke Ganesha omzichtig kan worden bekeken. Na de eerdergenoemde examens zou mijn beeld in duizend stukjes uit elkaar gevallen zijn, zoekgeraakt als puzzelstukjes van de gehele olifant. Dat was te waardevol en dat wilde ik voorkomen.Een selectie van Groeilichten is dusdanig samengebracht in deze bundel, waardoor het mogelijk de menselijke karakterisering onvindbaar maar wel voelbaar maakt. Een speciaal woord van dank voor al die studenten die mij de deur openden naar deze vorm van poëzie. Zij brachten bij mij emoties te weeg die ik in taal heb willen uitdrukken. Het zijn slechts de kleine verschillen en nuances waardoor een beroep op concentratie en waarneming wordt gedaan. Zo ziende en lezende zal de verbinding door beeld en taal voelbaar zijn. De inhoud is een vorm van taalkunst, waarbij niet ‘t taalpurisme of de literaire knipoog een hoofdrol spelen, maar de verinnerlijking van de observatie en de abstracte taal-van-het-hart worden geïllustreerd.

Groeilichten

‘Groeilichten’ is een boekje dat ik in het voorjaar van 2022 ten doop heb gehouden. Het is een poëtische neerslag van indrukken. Deze nieuwe publicatie is mijn tussentijd, om los te komen van de dagelijkse duistere werkelijkheid. Het is een intermezzo in een extreme periode waarin ik vaak een mediapauze nodig heb omdat niet ver hier vandaan levens stilstaan of verliezen. ‘Groeilichten’ is een bundeltje vol verrassingen, met tal van homonieme verzen, metaforen en cryptokrabbels en op bijzondere wijze geïllustreerd. Het is poëzie dat onder andere ontstaan is tijdens het surveilleren bij examens. Het zijn onherleidbare karakterschetsen van studenten in homoniemen en metaforen.

Jonge mensen die zich op hun top van kennis lieten zien en barstensvol hoop zaten. In mijn werkzame leven als docent ben ik vaak als surveillant ingezet. Minder militante woorden zijn in deze tijd misschien beter gepast. Laat ik het monitoren noemen, of gadeslaan, observeren of toezien. Kortom, een mondvol voor momenten van stilte. Stilte waarin kennis zich in waarheid laat ontvouwen.
Ware informatie is in deze tijd van wezenlijk belang om aan de hand van juiste kennis je inzicht te toetsen. De vragen blijven komen in hoeverre waarheden, die ons voorgeschoteld worden, ook de werkelijkheid is. Nepnieuws overspoelt jou, mij en de gehele wereld. Dikwijls komt de gedachte bij mij op hoe blij we mogen zijn met de gedrukte pers, de dagbladen en het journaille die verificatie toepassen en de werkelijkheid nastreven. Ik kan hier een overeenkomst ontdekken met de taak van surveilleren tijdens examens. Tijdens dergelijke momenten is plagiëren of transcriberen, in welke vorm dan ook, uitgesloten. De komende tijd zullen weer veel docenten hun blikken over blokkende leerlingen laten gaan. Wellicht dat er ook gadeslagers zijn die cryptokrabbels naar waarheid maken. 
Samengestelde woorden vind ik heerlijk, het versnelt de communicatie en iedereen weet wat er wordt bedoeld. Groeilichten is zo’n samengesteld woord en komt voort uit de tuinbouw. Groeilampen hangen boven de planten om ze te laten groeien. Het licht trekt hen aan; de sappen snellen omhoog en de fotosynthese zorgt voor ontwikkeling van de plant en hopelijk ook bloemenpracht. In de context waarin ik het plaats betekent licht ‘t lichtpuntje waarnaar we kunnen uitkijken. Dat lichtpuntje aan het eind van de tunnel laat ons groeien. Of dit nu door presteren, door kennis, door vaardigheden of door bewustzijn is, groei is uitsluitend mogelijk in een atmosfeer waarin zuiverheid de hoofdrol speelt. Bij planten is dat zuurstof en licht, bij ons mensen is dat waarheid. 
Veel van mijn ‘Groeilichten’ dateren nog uit een tijd van vóór ‘Poetins-war’. Ze laten licht schijnen uit een voor-beklemmende tijd waarin desinformatie nog nauwelijks bestond. Als tijdens de komende examenperiode het zwarte inkt op het maagdelijke papier uitvloeit en de aandacht van de student als een pushpin de opgave vastprikt, zijn beide getuige van een duistere tijd. Een tijd waarbij het licht nog ver weg schijnt en hoop de enige raadgever is. Later, veel later terugziend op vandaag, zal de actualiteit die hoop tot troost hebben getransmuteerd. We zullen dankbaar zijn dat we door jeugdige groeilichten zijn opgetild uit die kolkende modderstroom en terecht zijn gekomen in het stille heldere water dat de menselijke waardigheid bevestigt.

(image by Mell-88 on Pixabay)

Gekortwiekt

In de hectische tijd van wel of geen mondkapje, wel of geen nieuwe Covid-mutatie, de klimaatcrisis, de CO2 crisis, en vooral ook een Oost-Europese oorlog die zich ontvouwt… werd het bloggen over boeken en de toedracht daartoe bijna schaamteloos. In de fase van schrijven waarin ik mij momenteel bevind, doet de context er juist toe. Het was een fase van onderzoek. Betreffende het onderwerp wil ik de feiten van alle kanten onderzoeken, belichten, verdiepen en de helderheid ontdekken.

De nuance daarbij is leidend, hoewel storende factoren zoals over elkaar buitelende meningen van deskundigen op televisie, van welke signatuur ook, per definitie ambetant zijn. Het haalt mij van mijn koers af terwijl toch ook het nu – waarin we allemaal zitten met de al of niet voortgaande voorspelbaarheid – uiterst belangrijk is. ‘Hoe doe ik dat, hoe hou ik mezelf bij de les?’. Een simpel antwoord is het meest klare: de uitknop van de media is de magische oplossing. En lezen, veel lezen wat ‘helden’ vóór mij geschreven hebben en dan op pad gaan, op zoek gaan naar plekken die mij inspiratie bieden. De winterperiode biedt de mogelijkheid tot de eerste variant. Het hoofd heeft dan veel te verwerken en het moet de eerdere ‘stemmen uit het verleden’ uitkristalliseren en een plek geven. De lente, met z’n ontluikende natuur, biedt riante mogelijkheden om op pad te gaan en de inspiratie van buiten naar binnen te laten komen.

Ik kijk dus uit naar de maand maart met zijn negen ‘s zomerse dagen, zoals men op het platteland beweert. Die lage zon door de frisse groene sluier van ontluikend gebladerte geeft de zuurstof waarop mijn schrijvende motor draait. Ik kan niet wachten op de warmte die alle kou en kilte van escalatie en onbegrip verdrijft. Juist de actuele gebeurtenissen geven sommige auteurs vleugels. Ik word gekortwiekt en moet laag bij de grond blijven. Het is een tijd van eb of is er geen tijd, met Vasalis in gedachten…