De titel is een samengesteld woord. Vele lezers en potentieel lezers vragen zich af wat dit toch betekent. Voor mij betekent ‘Roomtroost’ zelftroosting. De samenstelling Roomtroost komt eigenlijk voort uit het rijkelijk fêteren van de ‘eenzame visser’ in een restaurant die ik in het boek ‘de Woldknippe’ heb genoemd, een restaurantje in Dwingeloo. Die ontmoeting werd afgesproken op ‘de Dikte’ een weggetje langs de Dwingelder stroom. Dat en nog heel veel andere zaken boden troost aan Wietse, de hoofdpersoon. Eenzelfde troost die hij ook als puber ervoer als hij na een te vergeefse ontmoeting bij het Stompwijkse ‘Blesse paard’ een roomijsje kocht. Dat heeft voor hem te maken met zelftroost. Jezelf een cadeautje geven als je depri bent. Toch gaat het boek niet over depri-zijn of herinneringen. Ik probeer met deze roman ook tussen de regels door, enige filosofische vingerwijzingen mee te geven. Daarom vind ik teksten belangrijker dan beelden. Steeds als ik de bekende schoenendoos open en er foto’s uithaal of zo’n eigentijds digitaal samengesteld ‘Albelli’ fotoboekje openslaat, dan begint het bovenin bij mij te werken. Mijn hersens draaien dan op volle toeren en herinneringen schieten als paddenstoelen uit de grond. Ik kan daar niets tegen doen, het gebeurt. Ook bij zelfgemaakte filmpjes gebeurt dat. Beelden, bewegend en stil trekken mij naar het verleden, soms zelfs naar het verre verleden. Zij doen het verleden herleven in mijn herinnering. Zij zorgen ervoor dat het moment van herbeleving boven de realiteit uitstijgt. Overkomt jou dat ook? Ik denk het wel. De waargenomen beelden uit het verleden zetten de knop van herinneringen aan en nemen de plaats in van de realiteit. Hierdoor wordt mijn feitelijke ervaring van het NU versluierd door mijn verleden. Is de ervaring van ’t NU, de feitelijkheid, niet veel rijker dan een geleefd verleden?
De uitdrukking: ‘Een beeld zegt meer dan duizend woorden’ is vaak gebruikt maar woorden, taal en zinnen zijn zaden die worden verstrooid en geplant en komen op in het NU. Zij nemen de plaats van het nu niet in maar voegen toe om nu of later te ontkiemen en hun kracht te tonen. De kracht van woorden kent z’n gelijke niet. Ik neem woorden mee naar de toekomst om zinnen en begrippen toe te passen en mijn mening duidelijk te kunnen maken; die ontkiemkracht mee te kunnen geven. Zelfs woorden die een herinnering doen herleven, nemen je mee naar de toekomst voor overdenking en zelfreflectie. Het is lesmateriaal voor in het leven van NU. Het woord staat in mijn opinie, in rangorde boven het beeld. Die ‘duizend woorden van een beeld’ laten zien en geven inzicht in de situatie waarin de foto of film is gemaakt. Het schetst de gehele context waarin die ervaring is vastgelegd. Ik vraag mij af, nemen we er iets van mee naar de toekomst? Zit het in ons associatief geheugen? Wordt het daar niet ingekleurd en geïdealiseerd? Een woord, een zin, een tekst is schoon, helder, klaar en duidelijk. Het is letterlijk zwart op wit. Dat is volgens mij de kracht en de tegenkracht van horen en zien; van waarneming.
‘Roomtroost op de Dikte’ is een filosofisch getinte roman, zoals je weet. De locaties en situaties zijn autobiografisch terwijl de personages mengvormen zijn van bestaande karakters en fictieve personen. Als voorbeeld wil ik graag de hoofdpersoon noemen: Wietse. Hoewel bij mij deze naam een warm gevoel oproept, moet ik erkennen dat de personage de naam kreeg van een vriend uit onze weide.
De Dikte’, een weggetje in Dwingeloo is mij dierbaar omdat ik maandenlang in het boerderijtje verderop heb gewoond. Ik had toen de ziekte van Lyme. Door niets te kunnen en alleen maar liggen, zag ik dat een kudde blonde d’aquitaines de hele dag van links naar rechts aan het grazen waren. Aan het eind van het weiland gekomen gingen ze grazend weer terug. En dat ging de hele dag door, heen en weer, heen en weer. Dat gaf mij de bevestiging dat je bewegen moet en als je levend wilt blijven – letterlijk en figuurlijk – dat verandering nooit ophoudt.
Ik bracht dat terug naar mijn werkomgeving waar ik reorganisatie op reorganisatie zag gebeuren. Die koeien gaven mij het inzicht dat ook in het bedrijfsleven en onderwijs herschikking en voortdurende beweging noodzakelijk is, tenminste als je voldoende wilt blijven grazen… als je voldoende winst en resultaat wilt blijven behalen. Daarom is de Dikte voor mij zo belangrijk geworden.
Ik heb dit boek geschreven om een viertal dingen die ik beslist wilde delen:
- Omdat aan te geven dat een enkele ontmoeting of opmerking bepalend kan zijn voor iemands verdere leven. Datgene wat je tegen elkaar zegt, kan verdragende gevolgen hebben. Zeker in deze tijd van vergroving is zorgvuldigheid van communiceren bijna een eis is, zeker tegenwoordig met sociale media, simpelweg omdat je heel snel slachtoffers maakt.
- Omdat ik wil aangeven dat vermeende wijsheid ook een keerzijde heeft. Kijk vooral naar de bijrol van de hengelaar die in de optiek van de jongen veel wijze woorden spreekt, ook in deel twee. Daar tegenover heeft die hengelaar zijn eigenaardigheden: hij heeft te grootmoedig geleefd, was verslaafd aan ontvreemding, heeft in de gevangenis gezeten, is vreemdgegaan en heeft geweld gebruikt. Dat is nogal wat als alles bij hem in balans zou zijn. die negatieve punten bieden dan een behoorlijke tegenhanger voor de wijsheid, die hij uit.
- Dat de wereld van toevalligheden aan elkaar lijkt te hangen, maar oorzaak en gevolg het stuur in handen hebben. Ik geloof in de universele wet van compensatie, de slinger van ritme. Dat komt in de hermetische filosofie sterk aan de orde. Denk aan eb en vloed ze volgen elkaar op, zo wisselen ook de vette jaren en de magere jaren elkaar af, om maar eens met Bijbelse termen te gooien. De vreselijke crisis waar we nu inzitten zal zeker ook z’n positieve gevolgen hebben. Daar ben ik van overtuigd: thuiswerken, gezinsleven, naoberschap. Dat is oorzaak en gevolg.
- Omdat ik de locaties interessant vind en deze enige autobiografische ervaringen toestaan.