Na het uitkomen van de roman ‘Spinrag’ en een kleine periode van euforie komen de reacties binnen. “Hoeveel is er verkocht? Ben je al weer met een volgende bezig? Wat wordt de titel van je volgende?”Het zijn vragen die liefdevol zijn bedoeld maar echt op de inhoud ingaan … daar is men veelal nog niet aan toegekomen. “Na de vakantie”. Dat is dan wat ik hoor. En ik zie het al voor mij. In het hete zand op het Griekse eiland Kos kun je dan zomaar Spinrag tegenkomen. Of onder neerzijgende regen, hartje Nederland, kamperen bij de boer.
Voor mij een curieuze gedachte, liggend in de zon in een tijd volverwachting. Precies zoals ik mijn tijd doorbreng, in verwachting. De volgende…? Jawel, ik ben aan het werk voor mijn volgende boek. Maar werken betekent voor de meeste buitenstaanders dat je weer een pen op papier zet. Het toetsenbord laat ratelen en de ene zin na de andere op het witte vlak verschijnt. Niets van dat alles. Bij mij gaat het niet zo. Ik zoek inspiratie, een groot woord maar toch. Voor inspiratie heb je ruimte nodig, letterlijk en figuurlijk. Ruimte om je heen en ruimte in je hoofd. Als auteur moet je ruimte bieden om het verhaal te kunnen laten indalen, je te laten inspireren. De spirit moet verbinding maken. En als ik ruimte in mijn hoofd nodig heb, als ik de spirit wil ontmoeten, dan rijd ik naar Moddergat…of-all-places.
Moddergat aan de rand van het wad, vlakbij het Lauwersmeer. Het is slechts een Dijk, een grote drempel, die je over moet gaan zowel letterlijk als figuurlijk. Dan ligt het wad voor je en een lange beloopbare strekdam strekt zich uit tot zo’n twee-en-een-halvekilometer in zee. Daar aan de kop van die strekdam waan ik mij midden op het wad. De golven omsluiten mij en het geluid van meeuwen en scholeksters zijn verstomd omdat de plek te ver van de kust is. Daar op de kop van de strekdam is de ruimte waardoor inspiratie kan stromen. Als brekende golven beukt de inspiratie tegen de binnenkant van mijn hersenpan. Nu gaat het er om… wil ik het opnemen; wil ik het accepteren? Kan mijn ego buigen voor de boodschappen die binnenkomen? Dit is voor mij werken. Dus geen pen op papier, geen rammelend toetsenbord, geen zwart op wit. Het is de wilde wind en het geluid van beukende golven dat mij dwingt tot een volgende stap: niets doen maar laten gebeuren.