Woordzaaien

Als er gezaaid wordt volgt na het kiemen, het wortelschieten. In tegenstelling tot proza of poëzie is beeldtaal van deze generatie, de smartphone en tablet zijn verlengstukken van het lichaam geworden. In sociale media verworden teksten tot memes, soundbites, haatspraak of erger. Het wordt bijna tot norm en machtsvertoon verheven. Ook die losse flodders kunnen wortelschieten en wanneer je ze toelaat kunnen ze uitgroeien tot reusachtige ranonkels. Het lezen en schrijven verloedert. Meer dan 15% Nederlanders heeft moeite met lezen of schrijven (NOS). Wat is het verschil in waarde tussen tekst en beeld, dat vraag ik mij steeds af? Is tekst en taal niet bedoeld als zaadjes voor een latere waardevolle oogst. Beelden bezetten voortdurend ruimte in mijn brein. Iedere keer als ik mijn oude schoenendoos vol met foto’s tevoorschijn haal, begint mijn geest te overstromen. Een tsunami in mijn bovenkamer, herinneringen worden glanzend, herleven en schitteren in het licht. Ik kan daar niets tegen doen, het gebeurt automatisch. Is dat nou beeldbeleving? Wat is de meerwaarde van dit terugzien van gemaakte beelden en deze inname van breinruimte? 

Ook bij zelfgemaakte filmpjes, vlogs en youtubes gebeurt dit. Beelden, bewegend en schokkerig trekken dan aan mij voorbij. Ze openen een luikje, een vlizotrap naar ‘de zolder van verleden’. Al die beelden maken dat het verleden herleeft, dat associaties uit mijn herinnering getrokken worden en in het nu weer tot leven komen. Zij zorgen dat het moment van herbeleving boven de realiteit, boven het alledaagsheid uitstijgen. Zij groeien uit tot dusdanige manifestaties, die bovenop de eigentijdse, de nu-ervaring, worden gestapeld. De gebeurtenissen die in het verleden zijn vastgelegd, heb ik kunnen overdenken en kunnen verwerken. Zo heb ik toenmalige ervaringen – die zijn neergelegd in geregistreerde beelden – tot compacte subjectieve en voor mij, heldere conclusies kunnen terugbrengen. Die conclusies, verbonden aan de herleefde herinneringen, oefenen een onwrikbare kracht uit die mij naar dat verleden terug te brengen. De dan waargenomen beelden uit het verleden worden substituut van de realiteit. Hierdoor laat ik mijn feitelijke ervaringen in het NU, versluieren en opnieuw door het verleden inkleuren. 

Is het voortdurend kijken op je smartphone niet een ontkenning van de feitelijkheid, van het NU. Is de ervaring van ’t NU, die feitelijkheid, niet veel rijker, dan een geleefd verleden in een film, een verleden dat niet meer bestaat? Dit is geen retorische vraag. Het lijkt zo aannemelijk dat het verleden niet meer bestaat: dat is toch verleden tijd, dat is toch achter de rug! Als ik nu gezien word, besta ik. Impliceert dit dan wanneer ik het verleden waarneem door foto’s, beelden of films, dat ik daardoor die personen of objecten weer tot leven breng? Mijn denkvermogen roept door middel van het bekijken van die beelden een situatie in mijn geest op van herbeleving. Ik beleef de situaties die deze beelden oproepen soms best wel heftig. Ik voel dan de emoties opkomen en kan, als ik wil, die emoties zelfs steeds opnieuw herbeleven. De volgende vraag ligt dan open: bestaan die personen of situaties dan nog ergens? Ik beleef het toch via een foto of een film, ik hoor de klank en ik ruik de geur, de emotie komt binnen. Een moeilijk te beantwoorden vraag, natuurlijk. Echter beelden trekken mij wel terug in het verleden en ik kan er in de toekomst weinig mee.

Taal en woorden zijn de opposanten van beelden, vind ik. Het zijn zaden die worden verstrooid en geplant voor het NU en verder. Zij nemen niet de plaats van het NU in, zij voegen toe om in het NU of later te ontkiemen en hun kracht te tonen. Taal en woorden zijn de oogst van de toekomst. De kracht van woorden kent z’n gelijke niet. Ik neem uitspraken mee naar de toekomst om zinnen en begrippen toe te passen, om mijn mening en intentie duidelijk te kunnen maken. Om zo die ontkiemende kracht van het woord-zaadje door te kunnen geven. Zelfs woorden die een herinnering doen herleven, nemen mij mee naar de toekomst voor overdenking of reflectie. Het is ‘t lesmateriaal voor NU en later. Het woord staat in mijn opinie, in rangorde boven het beeld. Die duizend woorden die dat ene beeld zou oproepen, laten zien en geven inzicht in de situatie waarin de foto of film in het verleden is gemaakt. Het schetst de context waarin die ervaring is vastgelegd en trekt mij daardoor naar het verleden. Ik vraag mij steeds opnieuw af, neem ik bij het zien van die beelden iets zinnigs mee voor de toekomst? Het vindt z’n plek in mijn associatief geheugen, maar wordt na revelatie van dit beeld uit het verleden daardoor de werkelijkheid niet rijker ingekleurd, geïdealiseerd of zelfs gedramatiseerd? Tekst, een woord of een zin, mits geschoond van alle emotie, is lucide, ontdaan van alle franje, ladingen en associaties als het bedoeld is tot richting geven; het is helder, klaar en duidelijk. Het kan dan ongebreideld wortelschieten. Het kan gewogen worden, steeds opnieuw in de context van de tijd. Tekst kan ook associaties meevoeren, als waardering, geruststelling, standpuntbepaling en liefde. Wordt dit weloverwogen uitgesproken of geschreven dan zijn ook die associaties, zaadjes die ik meeneem naar de toekomst wat tot zelfreflectie en leermoment stimuleert. Dat is de rijkdom van tekst, de kracht van taal en de tegenkracht van beeld. Bij haatberichten wordt het leermoment omgezet in een tegenkracht die geen uitweg kent en daardoor de lezer kan beschadigen. Dat zaad schiet dan geen wortel maar verdroogt, verhardt en wordt tot grind onder de voetzool.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *