Nabij-zijn

Onlangs las ik een prachtige column van Dr. Eva Meijer: ‘Wij moeten af van het woord dier’ (NRC, 260324), waarin zij liefdevol onze omgang met levende wezens nuanceerde en in zijn werkelijke proporties terugbracht. Het betrof hier het gebrek aan sociale bewustheid over hoe we met ‘elkaar’ moeten omgaan, waarbij het woord ‘elkaar’ zowel onszelf als dieren omvatte. Het is tekenend voor de polariserende tijdgeest waarin wij ons bevinden en waarin wij nog steeds ‘elkaar’ als afgescheiden wezens zien. Hulde voor de moedigen onder ons die tegen de stroom in durven te gaan en de vinger weten te leggen op deze gevoelige ‘bewustheidsplek’.
Tegenover ons huis zijn momenteel zwermen roeken aan het nestelen. Oké, gedurende twee maanden zijn zij luidruchtig bezig met het bedrijven van de liefde, het bouwen van hun nesten en het verdedigen van hun ‘huis’. Je kunt je ergeren aan deze kraaiachtigen, aan het lawaai, de vogelpoep, de rommel op de stoep, de witte drek op je schouder en het zwart dat vaak symbool staat voor de dood. 
            Hun dagelijkse kloekheid bruist tenminste van lentelust en paringsdans. Ik kan me vaak verplaatsen in hun leven en ze nabij-zijn, met hen blij zijn dat ze het weer gered hebben deze winter door te komen. Plaatsvervangend blij zijn, dat ze ook nieuw leven symboliseren i.p.v. de dood. Die kleine zwarte vogels die tijdens hun vlucht zo afsteken tegen die grote galopperende Friese paarden, iets verderop in de weide of het egeltje dat waggelend na zijn winterslaap z’n ronde loopt. Het zijn allemaal tekenen van de lente. Tekenen van belofte, van nieuw leven, van hoop. Dat is wat wij nog op onze gezichten moeten boetseren, want de dreiging van grijze wolken zijn nog niet van de lucht en de ijsheiligen zijn nog niet van hun geloof afgevallen. Het licht van de dag geeft alle wezens het signaal van hoop. Kleuren deze dagen ook onze hoop, ons nabij zijn, onze gemeenschapszin en ons samenzijn? De energie die de lente ons geeft, zetten wij helaas ook om in polarisatie en toenemende individualiteit. Dat is niet waar onze soort voor staat. Dan moet ik toch weer kijken naar de dieren om mij heen die hun soort respecteren en de noodzaak van het samenzijn bevestigen.
Wij zijn afhankelijk van ‘elkaar’ om ons bestaan te bevestigen. Afhankelijk van alle wezens om ons heen, die onze gedachten voeden met hoop, want die boodschap is wat deze lentetijd ons brengt.

Foto: barskefranck pixabay

2 gedachten over “Nabij-zijn

  • april 22, 2024 om 7:14 pm
    Permalink

    Leve de kraaienbende!
    Dat kraaien niet geliefd zijn, geldt hier en nu. Maar het is zeker niet overal en altijd zo geweest. De raaf is bij Canadese indianen een goddelijk dier, in China betekenen twee eksters geluk in het huwelijk. En vroeger hadden Europeanen helemaal geen hekel aan kraaien. Als je erover nadenkt, is er eigenlijk geen reden om kraaien niet te mogen. En als je ze bestudeert, nog minder. (Uit “kraaienbende”van G.J.Roebers & S.Halewijn)

    Beantwoorden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *