Hoera, de nieuwste

En dan is ie er. De nieuwste roman uit mijn oeuvre. Trots, moe en blij tegelijk dat zovelen bij mijn signeersessie aanwezig waren: oude bekenden, jonge mensen en natuurlijk familie. Zij ondernamen allemaal een lange reis om naar de drukke Utrechtse binnenstad te komen en in galerie Waterbolk mijn roman in ontvangst te nemen. 

En dan gaat daar mijn ‘kindje’, waar ik meer dan een jaar aan gewerkt heb en waarvan sommige teksten al twintig jaar lagen te wachten op dat ene moment. Het was het juiste moment om het daglicht te kunnen zien. Op zo’n moment denk je alleen maar aan al die mensen die eraan hebben meegewerkt. De uitgever, de drukker, de meelezers, de redactrice, de illustratrice, de opmaker. En vooral niet te vergeten de docenten die soms lang geleden, soms kort geleden, de schrijftechniek en de filosofische inspiratie en motivatie verschaften. Velen vragen zich af waarom ik in een romanvorm een levensbeschouwelijke tekst verpak. Ik moet eerlijk bekennen dat juist deze wijze van schrijven mij het meeste ligt. Anderen en-passant iets zinnigs meegeven waar ze hopelijk wat aan hebben.

De hoofdpersoon in het boek bekent op een gegeven moment dat hij begaan is. Het iets zinnigs meegeven en dat begaan zijn, liggen in elkaars verlengde. Hoewel ik uitsluitend de locaties als autobiografische input heb gebruikt, sijpelen de filosofische en spirituele zienswijze langzaam in de teksten door. Dat is het lot van een auteur, een geschreven tekst staat nooit los van ’t brein-van-het-hart.

Het proces, deel 6

Er is inmiddels veel werk verzet door de uitgever en de drukkerij. De opmaak is klaar, de cover is ontworpen mede dank zij de illustratieve bijdrage van Elly van den Hout. Nog even een up-date? De inhoud van mijn nieuwe roman heeft als inspiratiebron gediend voor de expositie van kunstcollectief CALL5. De uitnodigingen zijn inmiddels de deur al uit, heb ik begrepen. Misschien heb jij ook al zo’n uitnodiging ontvangen en gelezen wat de titel van mijn filosofisch getinte roman is. SPINRAG is een titel die associeert met spinnen en spinnenwebben. Echter spinrag zie je ook wel eens 

aan het plafond hangen, bij voorkeur bij anderen… draden van smerige vuiligheid. Wellicht kun je doorzien dat mijn filosofische betoog meer het figuurlijke achter SPINRAG zoekt. In het hoofd, in de geest… daarkan ook SPINRAG ontstaan. Zo is in deze spannende roman, met enige humoristische passages, een knipoog naar de stem van het hart. Het is de lokroep van Sirenes die de hoofdpersoon niet kan weerstaan en op onderzoek uitgaat. Op donderdag 24 juni 2021 werden de eerste exemplaren van deze roman verkrijgbaar. Tijdens de expositie van het kunstenaarscollectief (22-27 juni 10-18 uur) was ikzelf aanwezig. De signeersessie was van 15-18 uur. Ruim voor die tijd is een officiële aankondiging getoond en vooral ook kon men persoonlijk kennismaken. De samenvatting van de inhoud, zoals die op de achterflap te lezen is werd gretig bestudeerd. Kortom het was een succes en dat voor een filosofisch getinte roman met meeslepende zoektochten en een adembenemende apotheose die staat voor humor, spanning en verdieping.

 

Het proces, deel 5

Het is berenspannend! De tijd begint nu toch te dringen. De beeldend kunstenaars zijn bezig hun werk voor de expositie af te ronden terwijl ik nog steeds wacht op een definitief ‘Go’, wat de roman betreft. Het blijft een bijzondere gebeurtenis als een roman tegelijkertijd met een kunstexpositie gelanceerd wordt. Temeer daar het, door de kunstenaars gekozen werkthema, de titel van de roman is. 

De redactrice heeft inmiddels haar licht erover laten schijnen en nu is het aan de vormgeving en keuze te maken. Wordt het in de lijn van het eerder uitgegeven oeuvre of staat het boek op zichzelf en vraagt het om een geheel andere uittingsvorm?In de Hermetische filosofie, hetgeen ook nog eens bevestigd wordt in het boek van Marjade Vries (De gehele olifant in beeld), speelt frequentie een belangrijke rol. Alles bestaat uit frequenties en zo ook de dingen om ons heen. Mijn nieuwe roman heeft ook zo zijn eigen frequentie-patroon, zijn eigen trilling. Om een harmonische klank te vinden die past bij de inhoud en wat de uitingsvorm van de cover mag zijn, moet een buitennatuurlijke weg belopen worden. Nu hoor ik je al zeggen: Wat bedoel je? Voor mij vraagt elke uitingsvorm een moment van stilte, een moment van aandachtgerichte intentie. Dat is met het schrijven zo en dat is ook met de keuze van cover en achterflap. Wellicht dat jij een andere methode gevonden hebt, mijn methode om naar binnen te gaan is stilte. Zoals mijn eerdere roman ‘Fluistering op de stilte’ al aangaf is dit de methode die mij het meeste ligt en die een bron aanboort welke ik in het alledaagse niet kan verstaan.

Het proces deel 4

… Inmiddels glibberen en glijden wij nog steeds op weg naar de bron bij de klooster-kathedraal totdat onze aandacht getrokken wordt door Byzantijns gezang. De sonore klanken trekken ons uit het gedoe van deze dag, vergeten even de afspraak met Yoeri en staan verbaasd over de devotie van de horigen …

De redactie heeft gelukkig deze zin niet uit het manuscript geschrapt. De ontmoeting in Sergiev Posad bij de klooster-kathedraal, heeft een sleutelpositie in de roman. Stijl en taal zijn door de redactrice schoongewassen en de typefouten, die door spontaniteit zijn ontstaan, liggen inmiddels in de kliko. De volgende fase gaat nu in. De uitgever laat z’n licht er nog eens over schijnen waarna de vormgeving op zich wacht. Een belangrijk moment is dan de keuze van de cover die moet toch de lading van de inhoud dekken, vragen oproepen en de lezer attent maken op een bijzondere inhoud. En wat te denken van de keuze in typografie, de memes, een eventuele lemma en ga zo maar door. Er zijn nog tal van beslissingen tenemen voordat de drukker in beeld komt. 

En zo glijden we van de ene corona-maand in de andere, waarin ik verrassend genoeg binnen allerhande kaders ook veel vrijheden ervaar, met daarbij het vertrouwen dat eind juni 2021 de boek-presentatie Bij galerie Waterbolk te Utrecht haalbaar blijft.

Het proces, deel 3

Inmiddels is het volgende manuscript al bekeken door meelezers. Intensief zijn ze er mee omgegaan en hebben het boek nagenoeg in een stuk uitgelezen. Het is heel spannend om je nieuwe manuscript uit handen te geven ter beoordeling aan degene die een eerlijke visie laten horen. Te meer als je zoiets naar een meelezer opstuurt en het gehele manuscript raakt bij post.nl kwijt. Oh ja, natuurlijk een track & trace code en daarvoor moest meer betaald worden, maar weg is weg en post.nl zong: “mijn naam is haas, ik weet van niks…” 

Schrijven vanuit intuïtie en gevoel betekent dat zorgvuldigheid pas later aan de orde is. Een eerste versie vertoont daarom meestal zoveel stijlfouten, dat soms de moed in de schoenen zinkt. Dan is het de discipline om regel voor regel en punt voor punt de tekst te herwaarderen. Juist de meelezers zijn dan waardevolle schakels in de gehele keten aangezien zij de toekomstige lezer vertegenwoordigen. Loopt een tekst lekker, past het ritme in het verhaal en is de tone-of-voice verstaanbaar. Zoals een cabaretier een try-out doet, zo dragen meelezers bij aan het toekomstig succes van het boek. 

En dan komt het manuscript weer ’thuis’, vol van rood gekleurde onderstrepingen en vragen waar er iets aan schort. Een verduidelijking of te lange zin. Ook wordt er gelukkig wel een klop op de schouder gegeven. Dat motiveert om de boel nog eens kritisch te bekijken en eventueel om te gooien. Een enkele bravo heb ik ook al mogen incasseren.

Als laatste controle kan ik daarna de hoofdstukkenstructuur nog even doornemen. Dan krijgt nu de redactrice het in handen en volgt er nog een lange weg van bijschaven. Kortom, voordat het nieuwe filosofisch getinte boek, een met licht psychiatrische ondertoon, in juni gepresenteerd wordt zal het nog door vele handen gaan.

Het proces, deel 2

Hoe mijn volgende roman ontstaan is, blijft een bijzonder verhaal. Voor inspiratie ga ik meestal een wandeling maken. De paden op het Dwingelderveld of het Blauwe meer zijn de plaatsen om mijn hoofd leeg te maken en ruimte te scheppen voor indalende inspiratie. Een aantal ideeën lag al heel lang op de plank. Maar inspiratie voor een totaal boek is toch even wat anders, dus ik moest aan de wandel. Het was voor mij een zoektocht om een manier te beschrijven waarin een groep intellectuelen een poging doet om wereldwijd vrede te stichten. Het gevecht met waarheid en werkelijkheid en ‘show do’nt tell’ is een steeds terugkerende energievreter. Helaas was er in het begin 2020 een obstakel. Nog voordat de coronacrisis op ons land vat kreeg, had de pijl van Apollo mij geraakt en mijn zwakke plek bloot gelegd. Van wandelen was dus een half jaar geen sprake meer. Mediteren achter de computer, iPad of schrijfblok is dan een andere optie waardoor ruimte ontstaat. Al is inspiratie een van de belangrijkste dingen voor een creatieve geest, onderzoek om fictie en non-fictie te scheiden is voor een auteur van levensbelang. Te meer daar altijd wel enige autobiografische ingrediënten meespelen.

Voordat ik tot een – voor mij – volwaardige roman kom, is er natuurlijk veel tijd van onderzoek aan voorafgegaan. Dat lukt je niet tijdens een Drentse wandeling. Voor jou is het wellicht leuk te weten dat de prilste aanvang van mijn toekomstige roman al rond het millennium is ontstaan. Ja echt, dat is twintig jaar geleden. Dit betekent niet dat het een belegen werk wordt, in tegendeel. Op dit moment is de hoofdpersoon in het plot, bezig met een zoektocht naar de achtergrond van de antagonist. Deze tegenspeler is een zonderlinge man die veel verschillende bijnamen heeft. Doordat ik deze zoektocht gedeeltelijk zelf heb afgelegd zowel letterlijk als figuurlijk vormt dit een licht autobiografische lijn in het verhaal. Dat naast de filosofische insteek, ook een sterk psychologisch perspectief wordt geschetst, maakt m.i. het verhaal nog aantrekkelijker. Enfin, research en een tipje van de sluier…

Nou, ben ik geen antroposoof maar de herkomst vinden van een dergelijke bijzondere architectuur zoals afgebeeld en ook nog kleur voelen, wat mij was aangeraden, daar wilde ik natuurlijk meer van weten. Net buiten Bazel – Zwitserland ligt in het dorpje Dornach het Goetheanum. Het dorpje ligt zo’n tien kilometer ten zuiden van Bazel. Daar vond een gedeelte van mijn onderzoek plaats. Een machtig prachtige plek om te bezoeken. Dat is zeker een vinkje op je bucketlijst waard. … www.dornach.ch dus! Een echte aanrader als we weer buitengaats mogen! En vrede stichten… daar gaan we het een volgend keer over hebben.

Het proces, deel 1

Hoe mijn volgende roman ontstaan is, blijft een bijzonder verhaal. Voor inspiratie ga ik meestal een wandeling maken. De paden op het Dwingelderveld of het Blauwe meer zijn de plaatsen om mijn hoofd leeg te maken en ruimte te scheppen voor indalende inspiratie. Een aantal ideeën lag al heel lang op de plank. Maar inspiratie voor een totaal boek is toch even wat anders, dus ik moest aan de wandel. Het was voor mij een zoektocht om een manier te beschrijven waarin een groep intellectuelen een poging doet om wereldwijd vrede te stichten. Het gevecht met waarheid en werkelijkheid en ‘show do’nt tell’ is een steeds terugkerende energievreter. Helaas was er in het begin 2020 een obstakel. Nog voordat de coronacrisis op ons land vat kreeg, had de pijl van Apollo mij geraakt en mijn zwakke plek bloot gelegd. Van wandelen was dus een half jaar geen sprake meer. Mediteren achter de computer, iPad of schrijfblok is dan een andere optie waardoor ruimte ontstaat. Al is inspiratie een van de belangrijkste dingen voor een creatieve geest, onderzoek om fictie en non-fictie te scheiden is voor een auteur van levensbelang. Te meer daar altijd wel enige autobiografische ingrediënten meespelen.

Voordat ik tot een – voor mij – volwaardige roman kom, is er natuurlijk veel tijd van onderzoek aan voorafgegaan. Dat lukt je niet tijdens een Drentse wandeling. Voor jou is het wellicht leuk te weten dat de prilste aanvang van mijn toekomstige roman al rond het millennium is ontstaan. Ja echt, dat is twintig jaar geleden. Dit betekent niet dat het een belegen werk wordt, in tegendeel. Op dit moment is de hoofdpersoon in het plot, bezig met een zoektocht naar de achtergrond van de antagonist. Deze tegenspeler is een zonderlinge man die veel verschillende bijnamen heeft. Doordat ik deze zoektocht gedeeltelijk zelf heb afgelegd zowel letterlijk als figuurlijk vormt dit een licht autobiografische lijn in het verhaal. Dat naast de filosofische insteek, ook een sterk psychologisch perspectief wordt geschetst, maakt m.i. het verhaal nog aantrekkelijker. Enfin, research en een tipje van de sluier…

Nou, ben ik geen antroposoof maar de herkomst vinden van een dergelijke bijzondere architectuur zoals afgebeeld en ook nog kleur voelen, wat mij was aangeraden, daar wilde ik natuurlijk meer van weten. Net buiten Bazel – Zwitserland ligt in het dorpje Dornach het Goetheanum. Het dorpje ligt zo’n tien kilometer ten zuiden van Bazel. Daar vond een gedeelte van mijn onderzoek plaats. Een machtig prachtige plek om te bezoeken. Dat is zeker een vinkje op je bucketlijst waard. … www.dornach.ch dus! Een echte aanrader als we weer buitengaats mogen! En vrede stichten… daar gaan we het een volgend keer over hebben.

Bloeien op dood hout

In de nazomer van 2006 werd mijn aandacht getrokken door onze Magnolia. Een reusachtige boom die al jaren wachter was in onze tuin. Naast ons landhek was hij het die bezoekers observeerden en toegang verschafte. De boom vertoonde dermate bijzondere vruchten dat het meer leek op buitenaardse wezens dan op simpele zaaddozen. Al deze vruchten namen mij mee naar het prilste begin, ik spiegelde en zag mij met anderen als zaden geworpen op deze aarde. Het inspireerde mij intens. 

Het moest tot de tweede kerstdag duren dat ik besloot een boek te schrijven met mijn zielsgenoten over de essentie van leven.

Zij kwamen uit alle lagen van de bevolking met elk hun eigen specialisme, met elk hun eigen kijk op het nu en het verleden. De opdracht was een simpele vraag: “Wat neem je ‘zo dadelijk’ mee als je terug gaat naar het grote onbekende? Waar gaat het volgens jou om in dit leven?” Zeven personen kregen de ruimte om te reflecteren op hun leven en hun verhaal in te dikken. Te comprimeren tot slechts één bespiegeling: daar waar het om gaat. Tot datgene wat van belang is, om door te geven aan anderen. Noem het spiritueel erfgoed. Gezien vanuit de context van het individu met een rugzak aan ervaring, met persoonlijke interpretaties, met een persoonlijke filosofie. Maar met één verbinding:
‘De Magnolia Cel’. 

De queeste naar de ‘essentie van het leven’, het resultaat dat je mee terugneemt als vrucht van het aardse bestaan, werd op verschillende manieren door de auteurs beleefd en doorleefd. Sommigen ervaren de lichtheid van ’t zijn, anderen hun ervaringen als hardvochtig. Sommigen kennen een strijd die snijdt in het diepst van de ziel, maar blijven het leven zien als een streven naar vrede. Enkele schreven een prachtig stuk proza en lieten aan mij de redactie over, anderen interviewde ik en schreef samen met hen hun verhaal.

Op 21 maart 2009 bloeide de Magnolia opnieuw op dood hout. Een kale boom met prachtige bloemen. Bloemen met een vage wit-rose kleur en een onbestemde geur maar van een schoonheid die vele stervelingen in verrukking brengen. Op diezelfde datum kwamen in Kampen om half twee in de middag, onder een stralende zon, zeven mensen samen: vier mannen en drie vrouwen. Hun manuscripten waren tot een boek samengesteld en varend benaderden we Landsend waar in restaurant de eerste exemplaren van ‘Bloeien op dood hout’ hen werden overhandigd.

Een van de auteurs, Fernando Miguel Fernàndez, psycholoog en integratie deskundige, gebruikte het filmische drama als metafoor, waardoor hij ogenschijnlijk objectief de strijd kan aangaan met de integratieproblematiek. 

Wilma Grotholt, betitelt zichzelf als medereiziger. Voor haar heeft het leven veel onverwachte wendingen, die zij als bijrijder mag meevaren. 

Els Bovenlander, oud-directeur omroeporganisatie en moeder, herkent zich in de dienstbaarheid hetgeen zij ervaart als een vorm van geluk, dat zij associeert met haar vroege levensjaren.

Rob Poll, zeezeiler en non-conformist, kent naast zijn woelige baren ook de stilte van het element water. Een realistische vorm van emotie tussen de natuurelementen die hij trotseert. 

Willem van der Salm, bouwkundig ontwerper en hobbyboer, wist zijn confronterende jeugd om te buigen tot levensgeluk.
De elementaire contrasten blijken een drijfveer in zijn leven te zijn. 

Elly van den Hout, beeldend kunstenaar, ervaart dat zonder liefde, het leven lijden wordt. Het proces van polijsten van haar innerlijke kristal, geeft haar leven transparantie. 

Ikzelf herkent de essentie in de bewustheid der dingen en ziet het dragen van consequenties als een proeve voor een ieder die eigentijds wil zijn.

Zonder dat de auteurs het zich bewust waren, kon ik de overeenkomst uit hun proza distilleren. Bij allen lag hun gelukspunt tussen hun tiende en twaalfde jaar. Een leeftijd waarin het kind zich al heel erg zelfstandig voelt echter nog niet aan de identiteits-race van de middelbare school heeft moeten deelnemen. Een psychologisch fenomeen dat voor ons allen geldt.

Tip van mijn sluier

Vaak krijg ik de vraag waarom doe je dit, waarom schijf je. Ik moet bekennen dat ik van nature een beelddenker ben. Zo ben ik opgegroeid en heb er mijn vak van gemaakt: fotografie, video, reclame. Nou lijkt dat tegenstrijdig met mijn activiteiten als auteur, echter ‘show don’t tell’, het adagium voor schrijvers past mij toch echt wel. Zelfs als ik met de hand een cijfer neerschrijf dan openbaart dat teken voor mij een gemoedstoestand. Een boze vijf, een stuurse vijf of een lachende twee, een bijdehandte twee of een frivole zeven etc. Dat had ik als kind al. Dat heeft niets met m’n gemoedstoestand te maken, want het is willekeurig en ligt simpel aan ‘t toeval van neerpennen.

Nu ligt de communicatie van beeld en woord toch wat ver uit elkaar, zal je denken. Een beeld zegt meer dan duizend woorden, zegt men in het algemeen. Ik ben het daar maar gedeeltelijk mee eens. De kwaliteit van de woorden, waar we het nu over hebben, beschrijven de waarneming of gedachten. Zij construeren een feitelijk verslag van wat de zintuigen en brein waarnemen. Op zo’n moment moet ik denken aan mijn docent. Rond mijn 35ste kreeg ik les van Annemarie Oster. Bekend schrijfster en tv persoonlijkheid van toen. Van haar leerde ik dat beeldtaal als een woeste zee is, een bruisende branding en een kolkend gevecht tussen eb en vloed. Als je er naar staat te kijken zie je een totaalbeeld, een sfeerbeeld dat zich aan de oppervlakte afspeelt. Dat is precies wat er gebeurt met iets visueels waarnemen. Beelden laten het oppervlakkige zien, zij roepen je altijd terug naar een verleden want je gaat bij het zien associëren. Teksten verdiepen je, zij kunnen je meenemen de diepte in en je onder de oppervlakte laten voelen wat waardevol is. Ze verrijken je in de toekomst want je neemt teksten in je geheugen mee. Taal is voor mij diepzeeduiken. Je snuffelt tussen de anemonen en het koraal. Je gaat de diepte in en brengt pareltjes zichtbaar aan de oppervlakte. En die gevonden pareltjes wil ik delen met anderen.

De tweede vraag die ik vervolgens krijg is of ik altijd al het naadje van de kous wilde weten. Nou, ik kan je zeggen dat ik geen hoe-dan en waarom-dan kind was. Ik was geen vrager. Ik was als kind een beschouwer met grote oren. Mijn omgeving, familie en in het gezin, kende geen afscherming, geen kinderwereld zoals je die nu hebt. Kinderen in hun eigen hoekje, met hun eigen kinderspulletjes en kinderkleurtjes of zelfs door kinderen in een eigen speelkamer te plaatsen. Om over crèches maar niet te spreken. In deze tijd lijkt het de norm dat kinderen niet bij de volwassenen horen; zij moeten kunnen spelen, van hun vroege jeugd kunnen genieten.

Zij pikken daardoor nooit iets meer op aan kennis dan hen wordt aangeboden, alleen maar geselecteerde kennis. Ik ben op latere leeftijd het onderwijs in gegaan en was een groot voorstander van de leer van Lea Dasberg, een wereld bekende pedagoge. Zij was een strijder om kinderen midden tussen volwassenen te laten opgroeien. Wat kinderen niet begrijpen, beklijft niet. Wat ze er wel van opsteken is winst. Het boek ‘Grootbrengen door kleinhouden’ zou iedere ouder moeten lezen. Zoals Dasberg het ideaal beeld schetst, zo ben ik grootgebracht en daar ben ik nog dankbaar voor. Natuurlijk waren er ook tal van dingen waar je wat van kan vinden, die niet klopten, vreselijke dingen zelfs. Maar dat neemt niet weg dat volwassen kennis, voor mij als kind, al voorhanden was. Het naadje van de kous weten, kwam dus eerder omdat het mij vroeg werd aangereikt.

Image by Willfried Wende from Pixabay